Historie

Historie

 

Harpel tijdens de tweede wereldoorlog.

 

Neergestort vliegtuig 5 januari 1945

Lancaster Bommenwerper

Op vrijdag 5 januari 1945 daalde een boordschutter uit een aangeschoten Engelse bommenwerper neer in de buurt van Harpel.
De Lancaster III, van het 635ste Squadron op een missie naar Hannover, steeg om half zes 's middags op van Downham Market.
De bommenwerper storte om tien voor acht 's avonds neer bij Zuidvelde (Drenthe), 10 km ten Noord-Westen van Assen.

Arthur Clayton

Eén van de bemanningsleden die uit het vliegtuig wisten te komen was Arthur Clayton, boordschutter bij de RAF in Groot-Brittannië.
Hij sloop door sloten en greppels, onder dekking van de duisternis, ongezien naar het huis van Jan Bossen, dat achteraf stond in het Eemboerveld.

Huis familie Bossen Eemboerveld

Clayton klopte aan het venster, Bossen zag iemand in leer voor het raam staan, hij was de Engelse taal niet machtig, maar toch liet hij hem binnen. Zijn vrouw zorgde voor koffie en brood.
Hendrik van Hoorn en Geert Christiaans, die toevallig bij de familie Bossen aanwezig waren, haalden Doede Bruinsma, zoon van de schoolmeester, er bij, hij was de Engelse taal wel machtig, zodat er gecommuniceerd kon worden.

Samen met Hendrik van Hoorn bracht Geert Christiaans de boordschutter naar de boerderij van Aike Hesse aan de Weenderstraat.
Daar werd hij in de schuur ondergebracht. Geert Christiaans zorgde voor kleren, eten en drinken.

In de schuur van Aike Hesse was het te koud om daar langer dan één nacht te blijven.
Arthur Clayton werd overgebracht naar Jan van Hoorn, die een molen (maalderij) aan de Molenkampweg had. Van Hoorn had ook een oliemolen waar tijdens de oorlog ook wel stiekum koolzaadolie werd geperst.

Als de familie van Hoorn ter ore komt dat de landwacht op zoek is naar een piloot durft mevrouw van Hoorn het niet langer aan, de straffen voor het verbergen van gezochte personen waren immers zwaar.
De zoons van Hoorn wilden eerst wel eens weten wat of er waar was van het gerucht, zij bedachten een list.

Ze moesten Geert Meijer ('Geert Blok' genoemd omdat hij blokhoofd bij de landwacht was), voor hun karretje zien te spannen.
Landwacht Geert Meijer maakte ook gebruik van de illegale oliemalerij bij van Hoorn...
Ze verzonnen een verhaaltje over landwachters die op zoek waren naar stiekeme maalderij.
"Ik hou het wel een beetje in de gaten", zei Meijer, "maar jullie moeten opletten of er een rij landwachters over de Boerweg (nu Harpelerweg red.), richting Harpel komen, dan moeten jullie maatregelen nemen."

De jongens van Hoorn wisten toen dat er niet gericht gezocht werd naar een overlevende van het neergestorte vliegtuig.
Ze hadden de tijd om Arthur Clayton naar een veiliger plek te brengen.

Politieman Folkert Ennik uit Sellingen haalde Arthur Clayton op 10 januari per fiets op en bracht hem naar Nieuwe Pekela, daar werd hij overgenomen door Brigadier Meijer van de politie in Veendam, die Clayton naar Veendam gebracht. Er werd gezorgt voor een vals persoonsbewijs en geregeld dat hij niet beschikbaar was voor de Arbeitseinsatz.

Gemeentehuis Veendam

Hendrik van Lier, doofstomme schoenmaker uit Breda, was vanaf dat moment Clayton's identiteit. Hij werd naar gesticht Groot-Bronswijk in Wagenborgen gebracht. Nieuwsgierigheid en loslippigheid maakten het in Groot-Bronswijk al gauw te gevaarlijk voor hem.

Clayton werd weer teruggebracht naar Veendam, waar Gemeentebode Berend Eenjes, die met zijn gezin op de eerste verdieping van het gemeentehuis in Veendam woonde, hem op de zolder van het gemeentehuis verstopte.

Daar is hij tot de bevrijding geweest, toen de bevrijders kwamen zat hij voor op een tank en wees hun de weg door Veendam.

Op 26 april 1945 keerde Clayton terug in Engeland.

William Douglas

William Douglas kwam tussen Onstwedde en Stadskanaal neer, hij liep tot Gasselternijveenschemond, waar hij in de boerderij van Kamping tot de bevrijding op 12 april 1945 bleef.

Een andere overlevende kwam er minder goed vanaf

Een andere overlevende van het neergestorte vliegtuig kwam er minder goed vanaf.
Hij klopte aan bij een huis aan de Weenderstraat, de bewoner werd zó bang voor de eventuele gevolgen dat hij landwacht Geert Meijer waarschuwde.
Meijer haalde de man op en liet hem, met Meijer's fiets aan de hand, naar Vlagtwedde lopen, terwijl hij er zelf achter liep met het geweer onder de arm.

Krijgsgevangen

Ook de overige vijf bemanningsleden overleefden het avontuur, al werden drie gewond, alle vijf werden ze krijgsgevangen genomen.

Alle bemanningsleden van de Lancaster III zijn na de oorlog weer teruggekeerd naar Engeland.

Met dank aan: Bettie Jongejan van het OVCG, Geert Christiaans, Doede Bruinsma, Geert Hesse, Abel Tempel.



Nog meer historie?

© Harpel.nl - Sitemap - Disclaimer - Nonix