Tjeerd de Jong

Hannekemaaiers. (4)

Seizoenarbeiders uit Duitsland.

Tjeerd de Jong.

Extra arbeidskrachten

Hannekemaaier Altijd behoefte

De Hannekemaaier was vooral in de streken van Friesland en Noord-Holland eeuwenlang een bekende verschijning. In de drukke tijd was daar altijd behoefte aan extra werkkrachten.

Zo kon Friesland niet buiten zijn ongeveer 5000, vooral Westfaalse trekarbeiders. Met name voor de hooibouw (omstreeks 1811 ongeveer 3000) en in de verveningen (ongeveer 2000) waren deze "poepen" onontbeerlijk.
Daarnaast kwamen er nog honderden marskramers, wevers, eekschilders en anderen. De hannekemaaiers namen het werk veelal aan voor een tevoren overeengekomen bedrag.. ze regelden zelf hun werkdag.

Zo vroeg mogelijk stonden ze op. Dan was het gras nog nat en veel gemakkelijker te snijden dan later op de dag. Om negen uur moest de helft van het dagelijkse karwei er op zitten. Rond het middaguur, wanneer het het warmst was, rusten ze enkele uren uit tegen de "miereskûle", een witgeverfde houten of tentachtige schuilplaats van ongeveer twee meter breed en anderhalve meter hoog.

Deze skûle verhuisde met de maaiers mee van perceel tot perceel. In de 19e eeuw maaiden de "mieren" met hun "krukseizen" ongeveer een pondemaat (36,75 are) per dag per man.

Deze Oostfriezen waren gemakkelijk herkenbaar aan hun kleding. Ze maaiden in hun rode hemd en in hun onderbroek met pijpen tot onder de knieën en met een klep van voren.
Naar gelang de weersomstandigheden gunstig of slecht waren, bleven ze van vijf tot zeven weken in dienst.
Ze waren dan van direct na pinksteren tot ongeveer eind juli van huis.

Copyright © 2006 Tjeerd de Jong

Kaartje Hannekemaaierspad


| Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4 | Deel 5 | Deel 6 | Deel 7 | Deel 8 | Deel 9 | Deel 10 | Deel 11 | Deel 12 |


Bronnen:
"It Beaken", tijdschrift fan de Fryske Akademy, jiergong XLIX 1987, nr 4.
A. Eiynk e.a. "Werken over de grens" 350 jaar geld verdienen in het buitenland 1993.
"Hasselt Historael", jaargangen 1987 en 1999.
Ulbe van Houten "De sùnde fan Haitze Holwerda".
J.N. Leget, "Hollandgangerei", 1988.
Korn. Mulder, "Hannekemaaiers en kiepkerels", 1971.
Pieter Terpstra, "Tweeduizend jaar geschiedenis van Friesland".
Ryksargyf, Leeuwarden.
G. Vrielmann-Jacobs, "Pikmäier in Uelsen".
J.P. Wiersma, "Aldfaers Groun" {Bildfan in tiidrek, 1860-1940}, 1948.

De schrijver:
Tjeerd de Jong is de zoon van meester de Jong, die 3 jaar hoofd van de school was eind jaren '20, Tjeerd heeft later op het gemeentehuis in Sellingen gewerkt, is naar Emmeloord verhuist maar heeft altijd nog een bepaalde binding met Harpel, omdat pa daar zo graag woonde en werkte. Het boekje dat uitkwam ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan van de school in 1995 is mede door Tjeerd geschreven.

© Harpel.nl - Sitemap - Disclaimer - Nonix